1987
Je wandelde wel graag in bos en beemd
Je deed niets stiekems, dus je ging niet vreemd
De spanning van de geilheid voelde goed
Je was nog jong, onstuimig was je bloed
Je had geen specifiek gevaar vermoed
(Er dreigt altijd iets wat naar onheil zweemt)
Voldaan trok hij zijn broek weer op zijn kont
En sloeg je daarna zomaar naar de grond
Maar je ontkwam, slechts minimaal gehavend
Vooral beschaamd, geschrokken en geschokt
Je had helaas een keer verkeerd gegokt
Daarmee wel braaf de statistieken stavend
Dat wie, zich open aan de lusten lavend
Bevrijding zoekt, vaak slechts de vlucht ontlokt
 |