Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 21

DE OUDE MOLENSCHUUR


Verzonken in de zachte grond lijkt zij
Alsof haar muren zoeken naar de kern
De basis waar het fundament op rust
Die haar zelfstandig maakt en sterk en vrij

Wie beter kijkt, wordt zich ervan bewust:
Zij hangt aan haar gebinten, die intern
Haar zeven wervels zijn, een ribbenrij
Een ruggegraat op eeuwigheid belust

Verzonken, stoer, onkwetsbaar staat zij daar
Symbool van arbeid, vlijt en werkmanskracht
Autarkisch, niemands meester, niemands knecht

De Witte Villa spiegelt zich aan haar
Een tegenbeeld van weelde, staatsie, macht
Zo hoog, zo hoofs, aan alledag onthecht


 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |