HET AMORSROND
Geen hart zo hard als steen, als van graniet
Dat weerstand biedt als liefde het verslindt
Geen steen die niet van binnen aan een lied
Begint wanneer het oog de liefste ziet
Geen hartstocht die niet zelf de wegen vindt
In liefdes ondoorgrondelijk gebied
Waar luwte schuilt naast donderslag en wind
En duisternis naast zonlicht dat verblindt
Naar passie voert een zestal paden hier
Dat uitmondt in het amoureuze rond
Waar menig paar in stilte zich verbond
Waar vurig start als vleselijk vertier
Wat eerst in zwijgzaamheid het best gedijt:
Het pad van lust dat naar de liefde leidt
 |