HET LORENTZMONUMENT
De bronzen man kijkt voor zich heen
Geruggesteund door grijs beton
Hij denkt, hij staart: het park, de stad
Zijn blik verhardt in groen en steen
Hij blakert in de zomerzon
Ziet fietsers jagen langs het pad
Blijft immer statig en sereen
Maar wat hij doen zou als hij kon:
Des winters met de sleetjes mee
Als kind weer van de heuvel gaan
Verliefd zijn bij het licht der maan
Dwaas dansen op een bal-masqué
Of achter dit, zijn monument
Dat doen wat niemand van hem kent
 |