PORTRETSONNETTEN 2
Hij voelt zich als een lang vergeten jas
Die aan een lege kapstok bleef, alleen
Steeds meer alleen en zelden nog eens beet
Bij 't sluitingsuur van deez' of gene tent
De jeugd werd almaar jonger om hem heen
En hij steeds meer een afgeleefd karkas
Hij heeft de barricaden nog gekend
Hij stond er bovenop destijds en streed
De goede strijd; er bleef hem bijna geen
Die weet wat vechten voor je rechten was
Hij rolt er nog maar een en kijkt absent
Met lege ogen naar het volle glas
Ze zeggen, op den duur, dat alles went
Zelfs hangen ja, wanneer je dat maar weet
 |