Cees van der Pluijm  -  GEDICHT VAN DE MAAND

BEEK 21
PORTRET


I

Niet bibberig de hand van drank
Of ouderdom
In dit, de porseleinen klank
Van deze kom

Heb ik getekend wat ik zag
Die avond laat
In lijnen fijner dan het rag
Van spinnedraad

Het zachte schijnen van het licht
Zo transparant
Legt in de kom jouw blank gezicht

Je bleke hand
Zet ik ernaast, je knijpt hem dicht
Er loopt geen zand



II

Stilleven, brood, een kom, wat wijn
En wat bestek
Haast bevend neergezet: een lijn
Een flauwe vlek

De breekbaarheid van wat ik schets
Een tafelstuk
Is hier en daar misschien wat flets
Van klein geluk

Maar in het linnen schuilt een kruis
Als grondpatroon
Je hand vermaalt het zand tot gruis

Hier is het oog van de cycloon:
Ik leef, ik woon
In dit mijn dorp, in jou mijn thuis

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |