I
Er is vandaag een moord gepleegd
Een man die wat te schrijven zat
Werd zomaar even weggeveegd
Hoewel hij niets misdreven had
Het was een doodgewone man
Hij schreef gedichten en verhalen
Hij leed en streed en at ervan
En zwijgt nu dus - in alle talen
Hij schreef dit eigenhandig op
En als hij straks gehangen is
(Want de politie zoekt hem al)
Beschrijft hij draaiend in de strop
Hoe hij aan zijn gevangenis
Voorgoed in tekst ontsnappen zal
II
Hij is de man die nooit iets heeft misdaan
En daarvoor onomwonden werd veroordeeld
Het peloton heeft zich al opgesteld
De kist ligt klaar, de Dela is gebeld
Nooit iemand voorgetrokken of bevoordeeld
Zelf altijd keurig in de rij gestaan
Geen lafaard maar ook geen misplaatste held
Die niemand, op zichzelf na, heeft gekweld
Een man die taal en poëzie als bruiden
Met gulle hand voorzag van zijn strijkages
Een zingen, zacht, is al wat van hem bleef
Dit is het lichte Beek waar Beets eens schreef
Aan Camera-Obscurapersonages -
De kuil is reeds geopend; klokken luiden