Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 28

DE FONTEINVIJVER


Het rijst omhoog, als reikend naar de lucht
Heel even van de zwaartekracht ontdaan
Tot er een eind komt aan de korte vlucht;
Terugval door de zwaartekracht ontstaan

Het water, dat met klaterend gerucht
Zich haast, op weg om nergens heen te gaan
(Als ons bestaan, een flits, een ijle zucht)
Vergeefs zich door de leegte heen te slaan

Maar soms, in glans en warmte van de zon
Verschijnt de schilder die zijn bont palet
Voor even in de waterstralen zet

Je zou ze willen houden als het kon
Die kleuren in de druppels ingebed
Van water dat herinnert aan de bron


 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |