Cees van der Pluijm  -   MOMENTEN 15

1996


Je woonde op een klein appartement
Je wist niet beter, was eraan gewend
Je had er al veel dierbaars meegemaakt

Je was verlaten en weer aangeraakt
Door liefde en begeerte – geen moment
Was passieloos geweest of indolent

Toen bood men je iets prachtigs aan in Beek
Een zolder aan het bos, die eeuwig leek

Niet wist je dat je samenwonen zou
Met Satan en Beëlzebub die jou
Na acht jaar zouden dumpen als oud vuil

Een zak vol zilverlingen was de ruil
Vertrekloon van de Judas en zijn vrouw –
Als van de wolven was hun vals gehuil


 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |