PORTRETSONNETTEN 20
Ik, die van dit bestaan plezier noch zin zag
Maar verder moest tot ik niet verder kon
Ik reikte naar een lege horizon
De toekomst is een land waar ik niet in mag
Ik weet niet of de fout bij het begin lag
Maar wie zich laaft aan een vervuilde bron
Vertrekt van een volmaakt verkeerd perron
En stapt in een wagon van klevend spinrag
Zo'n warboel kost een leven lang ontknopen
De trein raast voort en er is geen station
Waar hij nog stopt, je kunt wel blijven hopen
Maar het bestaan kent gratie noch pardon
Vervloekt de spin die deze kluwen spon
Vervloekt het voorgeslacht dat mij gewon
 |