PORTRETSONNETTEN 13
Ik vond mijn kind, hij waaide tot mij aan
Wat scheelt die vijfendertig jaar verschil?
Wanneer ik honderd word, is hij de spil
Daarna kan ik gerust ter ziele gaan
Nu ben ik nog ten vleze, het bestaan
Laveert weer tussen schreeuwstorm en windstil
Een mengeling van hoop, geloof en wil
Een innig rendez-vous van zon en maan
Twee kamers heeft het hart dat stadig klopt
Twee liefdes zijn het minste voor een man
Totdat de adem stokt, de motor stopt
Twee liefdes – veel voor wie niet veel verwacht
Meer dan waarop een zondaar hopen kan
De wind, de wind heeft mij een kind gebracht
 |