Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 7

DE WITTE VILLA


Vanuit de verte hoorde ik muziek
Het koper drong met vlagen door de bomen
Het moest van vroeger zijn, teruggewaaid
En dwong je nu om naar het park te komen

Er zong je van de heuvel tegemoet
Zo levenskrachtig, zo melancholiek
Een klankbeeld dat de tijd had teruggedraaid
Daar, rond de Villa, liep een bonte stoet

Met witte helmen, groen-wit uniform
En blinkend goud waarvan de kelen weenden
Van dichtbij klonk het als een najaarsstorm

De Villa zag het aan, vermoeid haar lach
Gevangen in haar leden die versteenden -
Maar toch: haar dag, haar Koninginnedag

 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |