PORTRETSONNETTEN 6
Om twaalf uur kijkt hij ze naar buiten
En als ze 's middags weer beginnen
Kijkt hij de kinderen naar binnen
Meer valt er niet voor hem te winnen
Hij staart verweesd wat door de ruiten
Ziet hoe ze alle deuren sluiten
Hij moet de rest erbij verzinnen
Het schreeuwen dat zijn oren tuiten
Het klassikale tafels dreunen
Het ingetogen schoonschrift schrijven
Hij zal er altijd buiten blijven
Mag net tegen het hek aanleunen
En als de spijlen kil verstijven -
God hoort hem in de vrieskou kreunen
 |