VOORLOPIGE BESTEMMING 6
De man is dood, hij kan je niet meer slaan
Maar in het donker weegt hij op je schouders
Je zeult hem mee tot aan je eigen einde
Geen rilling schudt de oude van je af;
Tot waar de bloemen op de ruiten staan
Draag jij die loden warmte tot iets kouders
Tot in die eindelijke, scherpomlijnde
Kopie, dit ijzig ouderhuis: je graf
Je was een kind, maar vader van je vader
En moeder tegelijk, een grijsgeboren
Gerimpeld kind; je leeftijd kwam steeds nader
Bij elke winter die je was beschoren
Daar groeide ook je woede, je werd kwader
Dan nodig om je onder zeil te smoren
 |