Cees van der Pluijm  -  GEDICHT VAN DE MAAND

BEEK 1
KALORAMA


I

Van achter glas en aan de overkant
Bewegen ze in grote stilte rond
Hun breed gebaar vervangt de luide mond
Ze doen het met mimiek en met de hand

En alles wat vanzelfspreekt, wordt illusie
Men kijkt ernaar als naar een poppenkast
Ziet halve lijven pratend op de tast
De simpelste bewering lijkt op ruzie

Men haalt het niet bij hen met al zijn woorden
Men zit, achter zijn eigen raam gevangen
En tikt zijn regels op zijn toetsenbord

Elk woord hardop; alsof het iemand hoorde
Die iets herkennen zou van zijn verlangen
Verstaan te worden als men zichtbaar wordt



II

Men treft ze in de Plusmarkt wel als klant
Een begeleidster begeleidt, zij hoort
En ziet. Soms tekent zij een woord
Per letter in het holle van een hand

De klant is blind, of doof, of allebei
Hij heeft de zelfde dingen in zijn wagen
Als iedereen, maar kan de weg niet vragen
En tast op zoek naar frisdrank in de prei

Men staat erbij, volkomen overbodig
Onmachtig met beheersing van zijn taal
Iets simpels mee te delen aan een ander

Wij hebben allebei het zelfde nodig -
Jan Klaassens in een woordenloos verhaal
Die kopen bij de zelfde middenstander

 
volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |