Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 35

DE WEIDE


De koeien staren glazig naar de stad
Hun loeien klinkt tot op het Willemsplein
Het groene gras is hun vertrouwd terrein –
Soms gaan ze jolig op verkenningspad

En struinen door de Burgemeesterswijk
Daar woont de buurman – in zijn chic domein
Kan hij niet velen dat er koeien zijn
Geen beesten in zijn stenen koninkrijk

Maar ook de koeien hebben het gehad
Met volk dat honden uitlaat op hun gras
Ze wensen schrikdraad tussen wijk en wei

Zo blijven ze van vreemde smetten vrij
Herkauwend in hun vlekkerige jas
Genietend van hun burgerlijk gelijk


 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |