1954
Je was er pas een week of vier
De ouderwetse winterkou
Sloeg bikkelhard de kamer in
Je was de spil van het gezin
De wereld draaide nog om jou
Je leefde, gulzig als een dier
Je moeder in het kraambed lag
Te wachten op de laatste dag
Er werd gebeefd van kou en angst
Je vader was misschien het bangst
Want Oma voerde het gezag
Hij wierp wat plankjes toe naar haar:
Mijn luiers, van de vrieskou zwaar –
Zij brak haar armen bij de vangst
 |