Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 11

DE SINT-JANSBEEK


Geen mammoet die ons uit de oertijd rest
Maar wel een dal, een eeuwenoude stroom
Van smeltend ijs, die sterk en autonoom
Zich door de heuvels naar het laagland prest
En eindelijk verzandt, moerassig, loom

En zo ontstond in dit riviergewest
Van Nederrijn tot Vale-Ouwezoom
Een landschap als een natte schildersdroom
Een stoet van watermolens, een orkest
Dat maalt en zaagt, van graan tot eikeboom

Johannes gaf zijn naam aan deze beek
De bron die meer dan levensvatbaar bleek;
Al zijn de molens grotendeels gesloopt
Zij vormden eens wat Arneym werd gedoopt

 

 
vorige gedicht volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |