Cees van der Pluijm  -   SONSBEEKSONNETTEN 1

DE ZWANENBRUG


Ze vliegen af en aan en aan en af
De zwanen op het rankgevormde hek
(De vleugels breed gespreid, steeds weer bereid
Tot landing of tot klapperend vertrek)

Of zeilen statig over 't waterdek
(Stabiele zerken op een spiegelgraf)
De slanke hals slechts buigend naar de plek
Waar voedsel drijft dat soepel binnenglijdt

De fraaie brug verbeeldt dit ongeschonden:
Geen strakke, gestileerde rechte lijnen
Maar waaiervormen, schijnbaar uitgevonden

Voor dat wat zwanen zijn, die onomwonden
Na schilderbeurt en schoonmaak verder deinen
En dalen, stijgen of hun bochten ronden

 
overzicht gedichten volgende gedicht


| index | actueel | curriculum | bibliografie | gedicht | column | foto's | reageren | sitemap |