EEN HAPJE ETEN

Arnhem heeft een prachtig aanbod van klassieke concerten. Programmeur Benno Brugmans slaagt er ieder jaar weer in tal van wereldberoemde musici (die hij allemaal persoonlijk kent en die niet zelden bij hem thuis logeren) voor een vriendenprijsje naar Musis Sacrum te lokken. Dat leidt tot een programmering die kan wedijveren met de concerthuizen van alle grote steden, en waar de liefhebber in Arnhem doorgaans minder voor betaalt dan elders.

 

Wat kan een topconcert nog aangenamer maken dan het al is? Een drankje vooraf en een aangename maaltijd. Je bent ruim op tijd aanwezig, acclimatiseert wat en verheugt je op wat er komen gaat, terwijl je gastvrij ontvangen wordt en men je verwent met zorgvuldig bereide spijzen en uitgelezen vloeistoffen.

 

Een uitvoering van de Johannes Passion is iets om naar uit te zien. Dus reserveer je een tafel voor twee en stap je om kwart over zes welgemoed het restaurant binnen. De zwarte brigade van jonge meisjes (en één jongen), vermoedelijk studenten, loopt bedrijvig rond en doet haar uiterste best oogcontact te vermijden en behendig om je heen te lopen.
Tot je onvermijdelijk blijkt.

 

Ja, we hebben gereserveerd. Van der Pluijm. Meisje A loopt naar het grote boek en begint driftig te studeren. Ze roept de hulp in van een bekommerd ogende veertiger die de indruk wekt dat hij de Baas van dienst is. Baas begroet ons en vraagt even te wachten, terwijl hij alle tafeltjes voor twee langsloopt waarop een bordje gereserveerd staat. Dan komt hij terug. Meisje B moet erbij komen, zij weet alles van de reserveringen. We wachten. Meisje B kijkt ook in het grote boek. Dan krijgen we een tafeltje toegewezen.

 

Mijn stoel is gammel. Hij lijkt in alle richtingen te scharnieren als een slecht gemonteerd IKEA-product. Natuurlijk kan Baas daar iets aan doen. Hij neemt de stoel mee en verdwijnt naar de andere kant van het etablissement. Of ik even wil wachten.
Hij biedt me niet de stoel aan van het belendende tafeltje. Dus ik wacht. Er komt een nieuwe stoel en die zit goed. Of we alvast iets willen drinken?
Zeker. Een witbier en een oude genever.
'Die heb ik,' zegt Baas monter, 'en ijskoud!'
We krijgen een menukaart en Baas verdwijnt.

 

Wat er dan gaat gebeuren, kan ik met mijn ogen dicht voorspellen, want het gebeurde de voorgaande drie keer dat we hier aten precies zo. De meisjes A, B, C en D drentelen wat rond of wachten bij de bar, waar meisje E verantwoordelijk is voor alle dranken.
We wachten.
Na vijf minuten komt meisje B ons vragen of we soms iets willen drinken.
'Ja, we hebben al besteld.'
Meisje B gaat weer weg.
Na tien minuten komt meisje C en brengt een witbier en een jonge genever. IJskoud.
'Dit is jonge genever,' zeg ik. 'Dat zie je aan de kleur.'
'O, ik zal het even navragen.'
Meisje C verdwijnt weer.

 

Inmiddels komt meisje A bij ons staan: 'Heeft u al een keus kunnen maken?'
'Nee, we willen eerst wat drinken en ik wacht op een oude genever. Dit is jonge.'
Na vijf minuten komt meisje B en brengt een oude genever. We bestellen er wat brood bij.

 

Vijf minuten later, meisje C:
'Heeft u al een keus kunnen maken?'
Nee, we wachten op brood; daarna besluiten we wat we willen.
Links van ons, zet de jongen twee borden op tafel: 'Eet smakelijk!'
Het klinkt als een imperatief.

 

Weer vijf minuten later drinken we bier en oude genever en eten we brood: vier koude broodjes, boter, tapenade, een fles olijfolie, één mesje.
Als we halverwege zijn, arriveert meisje A weer: 'Heeft u al een keus kunnen maken?'
'Nee, we eten eerst dit rustig op en daarna zullen we bestellen. We willen wel graag een karaf gewoon water.'
Die krijgen we, maar voor straf krijgen we een kleine karaf, terwijl de andere tafels een grote krijgen.

 

Het brood is op. We willen bestellen, maar dat valt niet mee. Oogcontact vermijden kunnen ze hier als de beste, en ik ga niet als een Duitser zitten roepen en vingerknippen.
Uiteindelijk lukt het. We verlangen naar een maaltijdsalade en Limburgs varken met asperges.
'En voor mij nog een oude genever, alstublieft.'

 

Meisje E heeft weer vijf minuten nodig om de fles te vinden, maar de oude genever komt. Meisje C brengt hem: 'Dit is toch wel de goede, hè?'
'Ja, die eerste was jonge genever, die is kleurloos.'
'Ik hoorde het al van mijn collega. Beetje jammer.'
Neuriënd loopt ze weer weg.

 

Tafeltje links naast ons blijft leeg. Het tafeltje daarnaast heeft aan de imperatief voldaan. De eters vertrekken, het tafeltje wordt afgeruimd, maar niet schoongemaakt.
Baas komt langs. Brengt ons een tweede stelletje met olie, azijn en mosterd: 'O, u heeft er al een. U ziet, we houden u in de gaten.'
Ja, we worden goed verzorgd.

 

Aan het vieze tafeltje worden twee nieuwe gasten geplaatst. Baas komt met een vochtige lap, veegt de kruimels in de schoot van zijn gasten en maakt het tafelblad nat. Ze bestellen.
Ik probeer weer de aandacht te trekken van een van de meisjes. Ik wil alvast een rode en een witte wijn bestellen, dan is er enige kans dat de dranken er gelijk zijn met het voedsel. Het bestellen lukt, maar als de borden komen, is er nog geen wijn.

 

Meisje B benadert de tafel achter mij: 'Heeft het gesmaakt?'
Wat een rare vraag. Is de kok ziek, of gek? Doet hij een medisch experiment? Zag het gerecht er zo mislukt uit? Waren de ingrediënten bedorven?
Ja, het heeft gesmaakt. Maar als meisje B de borden wil weghalen, protesteren de gasten. Ze willen liever eerst nog afeten.
Bij het tafeltje links voor mij brengt Baas twee grote desserts. Helaas, er was er maar één besteld. Dessert twee gaat terug naar de keuken.

 

Meisje A meldt zich: 'Is alles naar wens?'
Hoera! De enig juiste vraag! Zou ze op de hotelschool zitten? Ze hield haar linkerarm ook al zo mooi op haar rug toen ze linksachter de rode wijn bijschonk.
'Nee, eerlijk gezegd niet. Horen de asperges zo hard te zijn?'
Ik tik er tegen met mijn mes, wat het geluid van afkloppen op hout oplevert. 'En we hadden ook nog wijn besteld.' Meisje A zegt dat ze aan de keuken zal vragen wat nieuwe asperges te leveren en die wat langer te laten stomen. Ze beent weg.

 

Een minuut later verschijnt Baas. Hij pakt mijn bord af en mijn bestek. Ik krijg een heel nieuw bord.
'Maar het vlees is goed', zeg ik nog.
'Nee, het moet helemaal goed zijn.'
We hebben inmiddels wel wijn.

 

Tafeltje links krijgt twee maal biefstuk of iets dergelijks.
'Maar mijn man heeft een varkenshaasje besteld', probeert mevrouw nog.
'Nee, die zijn er sowieso al uit', zegt het meisje. 'Is dit ook goed?'
Met beschaafde gelatenheid aanvaarden ze het gebodene.

 

In recordtijd wordt mij een nieuw bord dampende asperges en een nieuw stuk Limburgs varken bezorgd. En ja, het is beter, een beetje beter, al blijft de kok als visie aanhangen dat asperges wortelen zijn en dat de klant zijn kaakspieren best mag gebruiken.
De maaltijdsalade is overigens uitstekend.

 

Maar we hebben het wel gezien, langzamerhand. We zijn nu anderhalf uur onderweg en hebben genoten van het circus van onkunde, slechte logistiek, slechte manieren en lange wachttijden. Een koffie en een espresso, en wegwezen, de zaal in.

 

Langzaamaan zijn er echter meer concertgangers gearriveerd. Ze verkiezen de koffie uit het Grand Café boven de bedrijfskantinekoffie uit de foyer van Musis. Het wordt dus drukker.
Onze koffie komt natuurlijk niet. Tijdens het wachten is onze vriend de programmeur bij ons aangeschoven en hij drinkt graag een koffie mee.
We wachten. Een kwartier bijna.
Als ik Baas vraag of de koffie kan komen, zegt hij: 'Ja, het is daar nu even heel druk, hoor'.

 

Dat we inmiddels voor bijna zestig euro hebben weggeknaagd en een maagzweer hebben ontwikkeld van ergernis, doet er niet toe. We hebben maar te wachten tot het Baas en zijn meisjes behaagt ons het gevraagde te bezorgen.
Meisje E werkt zich in haar eentje het schompes achter de bar.

 

Als de koffie er uiteindelijk is, komt de gevraagde rekening natuurlijk niet. Het is inmiddels na achten, de zaal stroomt al vol. Ik ga maar afrekenen aan de bar.
'Was alles naar wens', vraagt meisje B?
'Ja, hoor.'
En ik betaal zestig euro. Inclusief fooi. Nee, we kregen de koffie niet van het huis. We kregen niets.

 

Ons wacht een prachtig concert. Ons wachten nog vele prachtige concerten, want programmeren, dat kunnen ze in Musis. En wij gaan van tevoren weer lekker eten, elke keer. Maar bij Mahler, nee. Niet meer bij Grand Café Mahler.

 

 

geplaatst op 20 april 2014