ZORG  (februari 2013)

over ouderen en humor

De JSF wordt onbetaalbaar. Kijk, dat hoor je nou nooit. Europa wordt onbetaalbaar. De bankensector wordt onbetaalbaar. De zorgverzekeraars, directies en commissarissen, worden onbetaalbaar. Niemand zal het zeggen. Maar de zorg wordt onbetaalbaar, dat ligt tegenwoordig eenieder in de mond bestorven als het spreekwoordelijke 'Fijne dag nog'.

 

De zorg wordt onbetaalbaar als we de zorg niet willen betalen. Tot nu toe was zorg een kwestie van solidariteit. Ziek en gezond, oud en jong betaalden mee naar vermogen. Nou ja, relatief dan, want de gedachte aan een inkomensafhankelijke zorgpremie deed rijk Nederland ontsteken in een kille woede, gevoed door hebzucht en haat. Vanaf nu hoeven we alleen nog solidair met onszelf te zijn, als we daar tenminste geld voor hebben.

 

Geld moet je halen waar het zit. Dat vermogende bejaarden veel betalen voor hun thuiszorg, hun verblijf in verpleeg- of verzorgingshuis, het lijkt me redelijk. Maar wie niet vermogend is, gaat thuis of in het gesticht een moeilijke tijd tegemoet.

 

Jawel: de mantelzorg! Ook al zo'n toverwoord. De overheid gaat pas voor de ouderen zorgen als er geen mantelzorg meer mogelijk is. Eerst moeten kinderen, buren, vrienden en familieleden je maar helpen bij het wassen en aankleden, eten voor je koken en je huis schoonhouden.

Wil je in het gesticht geen marginale positie krijgen, wil je naar de recreatie mogen of een wandelingetje maken, wil je vaker dan eens per week douchen, wil je plassen of poepen als je moet – dan zullen familie, buren, vrienden en kinderen elke dag naar het tehuis moeten komen, want personeel is er straks nauwelijks nog. De zorg wordt onbetaalbaar.

 

Maar wat als je geen kinderen hebt? Als je familie klein in getal is of ver weg woont? Wat als de buren zich nooit iets aan die vieze homo of die oude pot gelegen hebben laten liggen en je vrienden dood zijn of zelf hulpbehoevend?

Kwijnen is het enige alternatief. Thuis vervuilen en verkommeren, want je krijgt geen thuiszorg meer. Voor spek en bonen in het gesticht zitten, in de hoop dat een mantelzorger van je slaapzaalgenoot ook met jou eens vijf minuten naar buiten wil.

 

We krijgen 19de-eeuwse toestanden in de zorg. Wie rijk is, koopt hulp, goede behuizing en verzorging. Wie niet rijk is, wordt afhankelijk van behulpzame vrijwilligers, van 21ste-eeuwse armenzorg, wie weet zelfs van de kerk. En wie al arm en eenzaam was, wie op niemand kan terugvallen of op bepaalde mensen niet wil terugvallen, die kan doodvallen.

 

De zorg wordt onbetaalbaar. Nee, dat is geen onbeheersbaar natuurverschijnsel, het is een keuze. Een mantra van goedbetaalde bestuurders en vermogende burgers. Een kostelijke grap van wie aan de goede kant van de streep zitten. Onbetaalbaar.

 

nieuwste column overzicht