VERLOEDERING  (december 2012)

over taalmisbruik

'Taal is een levend organisme', zeggen mensen die er vóór zijn taalfouten als een natuurlijke vorm van taalverandering te accepteren. Maar taal is geen levend organisme. De taalgebruiker wel. Die leeft.

Taal is een middel om te communiceren. Om het niveau van communicatie te bevorderen, hebben we afspraken gemaakt over wat correct taalgebruik is en wat niet. Hetzelfde hebben we met de spelling gedaan. Dat de taal permanent verandert, is een feit. Er komen nieuwe woorden bij (al of niet geleend) en er raken woorden in onbruik. En er worden fouten gemaakt die niet eerder gemaakt werden.

 

Grofweg zijn er twee soorten taalgebruikers. De eerste soort gebruikt de taal zonder enig nadenken. Deze sprekers laten de taal komen zoals zij komt; ze reflecteren niet op hoe ze iets zeggen (en vaak ook niet op wat ze zeggen). Goed of fout bestaat nauwelijks in hun taalgebruik; in wezen zijn ze verbaal incontinent.

De tweede soort gebruikt de taal als een instrument om iets vorm te geven. Een jurist doet het. Een schrijver doet het. Een medicus doet het. Politici doen het. Deze taalgebruikers zijn bewuste taalgebruikers. Vormgeven is specifieke regels toepassen, afhankelijk van je doel, je doelgroep en de inhoud van wat je te melden hebt. Wie niet correct, genuanceerd en welbewust formuleert, kan zijn doel weleens voorbij schieten of ondermaats presteren.

 

Veel taalfouten (en daarmee de zogeheten 'taalverandering') komen voort uit de onbewuste taalgebruikers. Ze gaan 'zich beseffen', 'zich irriteren', ze zeggen 'hun hebben' en 'de media heeft het gedaan'. Voor het doel van hun communicatie is dit goed genoeg. Iedereen begrijpt ze, en zo niet dan is er nog geen man overboord.

De bewuste taalgebruikers daarentegen zouden zich met hand en tand moeten verzetten tegen deze taalvervuiling, in plaats van die als natuurlijk ('levend organisme') te accepteren en over te nemen. Taalverandering door middel van het legaliseren van taalfouten, is buigen voor het grauw dat niet kan denken en niet kan formuleren.

Het is alsof een virtuoze klassieke pianist zonder protest gaat spelen op een piano die eerst door een onbekwame leek vals geslagen is, waarbij tevens een aantal toetsen is verwijderd. 'Tja, muziek is een levend organisme', zegt hij dan, en trekt er een gezicht bij alsof ze zijn instrument níet zwaar mishandeld hebben.

 

Taal is geen levend organisme. Wie iets anders beweert, hanteert een drogreden. Taal is een systeem van regels en afspraken die het mogelijk maken respectvol, verfijnd, doelmatig en creatief vorm te geven. Respectvol ten opzichte van de lezer en de luisteraar, respectvol ten opzichte van de taal en haar historie, en respectvol ten opzichte van de eigen intelligentie.

Taal is als autorijden: wie het voertuig niet kan bedienen en wie de verkeersregels niet kent, dient niet de norm te zijn voor wie die vaardigheden en die kennis wel heeft.

 

nieuwste column overzicht