TRANS  (november 2012)

over collegialiteit

Maxim Februari is uit de kast gekomen als transseksueel. Voor wie het niet gevolgd heeft: Maxim was tot voor kort Marjolijn Februari (1963), een veelgelezen columnist (de Volkskrant en NRC Handelsblad), essayist, romancier, en een veelgevraagd spreker en forumlid. Half september veranderde Marjolijn officieel in Maxim, eerst met een hoofdredactionele mededeling, later met een interview in de NRC.

Vanaf dat moment leek de beer los: radio, televisie, dag- en weekbladen – Februari was een felbegeerde prooi. Een wonderlijk fenomeen: jaarlijks melden zich zo'n 115 transseksuelen bij de ziekenhuizen om een transitie in te gaan, maar daar zijn de media nauwelijks in geïnteresseerd.

 

Februari zette een moedige stap. Hij liet op een nuchtere, feitelijke manier weten dat Marjolijn Maxim werd en ging over tot de orde van de dag. Die stap oogstte bewondering en, vreemd genoeg, cynisme. Vooral een aantal collega-columnisten meende parodistisch of satirisch te moeten reageren. Logisch natuurlijk. Een transseksueel die zich als zodanig bekend maakt, behoort wel te lijden en op zijn minst angstig en schoorvoetend de kast te verlaten. Wie zelfbewust en autonoom naar voren treedt, doet geen beroep op ons begrip, op ons medelijden en op onze tolerantie. Integendeel: hij verheft zich boven ons, hij heeft ons niet nodig. De gotspe, hij weigert zielig te zijn! En dat Maxim en passant nog even meldt dat hij zijn tarieven verhoogt, omdat mannen nu eenmaal beter betaald worden dan vrouwen, is niet minder dan een brutale provocatie! Humor, trots en transseksualiteit, die gaan niet samen. Slachtoffer zul je zijn! Februari is dat niet en werd zo een inspirerend rolmodel.

 

In het NRC-interview maakte Februari er gewag van dat zonder de geslachtsbevestigende behandeling het verder leven voor hem niet meer acceptabel was. Zonder larmoyant te worden, meldt hij dat hij als kind al wist dat hij een jongetje was en geen meisje. Het is het verhaal van veel transseksuelen: soms gaan er tientallen jaren van twijfelen en tobben vooraf aan de bevrijdende beslissing. En ook daarna is het voor velen niet eenvoudig: familie, collega's, vrienden van vroeger – ze zijn niet altijd even flexibel als het gaat om de nieuwe verschijningsvorm van de man die ze als vrouw of de vrouw die ze als man gekend hebben.

 

Ja, Februari heeft het gemakkelijk, hoor je de bitse collega's denken: succesvol, bekend, intellectueel (dr.mr.drs.) zelfstandig, niet armlastig… Bij gebrek aan zelfverwijt en schuldgevoel bij de nu mannelijke collega, nemen zij dan wel de rol van scherprechter of humoristische criticaster op zich. Iemand moet het doen.

 

Zo'n tien jaar geleden heb ik (toen nog) Marjolijn Drenth von Februar meermaals voor volle zalen mogen interviewen over filosofische onderwerpen. Hoewel voorzien van een nurks soort geestigheid, maakte ze geen aangename of ontspannen indruk. Ik begrijp nu dat ze nog niet kon zijn wie ze was, toen. Langzaam is zij uitgegroeid (en haar namen veranderden mee) tot wie hij nu is. Ik hoop dat hij gelukkiger wordt dan zij toen leek.

 

nieuwste column overzicht