58  (januari 2012)

over ouder worden

Achtenvijftig, dat is niet niks. Zomaar geworden op een doordeweekse dag in januari. Terwijl ik gisteren nog twintig was. In een oogwenk ging het voorbij. Nog twee keer knipperen en ik ben dood.

 

Naarmate ik ouder word, raak ik eerder ontroerd. Ontremd misschien ook. Vooral als het om jonge mensen gaat. Op de jaarlijkse afstudeerdag van mijn studenten zit ik een middag lang met tranen in de ogen, vooral als ze ook nog wat opvoeren of zingen. Een sentimentele ouwe gek ben ik geworden.

 

Ben ik jaloers op ze? Geenszins, al zou ik best weer twintig willen zijn. Misschien wordt de ontroering teweeg gebracht doordat die jongeren in een staat verkeren die ik nooit bereikt heb, een staat van onbevangen jong zijn. Ik was een zorgelijk kind, opgroeiend in een wereld van als vijandig ervaren volwassenen, hopende dat het ooit beter zou worden, wat niet gebeurd is.

 

Misschien ontroert me ook de onbezorgdheid van de illusie dat alles zo blijven zal, dat je jong bent en vrolijk en alleen maar toekomst voor je hebt, dat alles wat je wilt kan en zal gebeuren. Een glimp van het paradijs is zichtbaar in jonge mensen, en ik – ik houd wijselijk mijn mond. Wat zou je illusies bederven?

 

Achtenvijftig. Je hebt nog een heel leven voor je, in theorie. Een collega van mij zei toen ze eind vijftig was, dat ze nog maar één doel had: mooi oud worden. Een paar jaar later werd ze ziek en ging ze dood. Ruim vóór haar tijd. Of was het haar tijd?

Twee vrienden van mij die er wel in slaagden oud te worden – ze zijn nu 90 en 92 – verlangen elke dag met passie naar de dood. Ze leven in blessuretijd en voelen dat ook zo. Over tijd, al is het blijkbaar hun tijd nog niet.

 

Mooi oud worden, hoe doe je dat eigenlijk? Oud zijn is in wezen niets anders dan steeds zekerder weten dat bepaalde dingen niet meer overgaan. Misschien is dementeren zo erg nog niet. Langzaam wegglijden uit de realiteit die toch steeds onverdraaglijker wordt. Als me dat lukt, eindig ik misschien nog wel als een opgewekte bejaarde. Van tobberig jong tot vrolijk seniel, dat lijkt me wel een mooie carrière.

 

nieuwste column overzicht