SOCIAAL  (november 2011)

over verslaving

Hoe sociaal zijn de sociale media, of zoals iedereen zegt de soosjul miediejah?

Pietje meldt de godganse dag waar hij zich bevindt, maar dat hij niets meemaakt en ook inhoudelijk niks te bieden heeft, is pijnlijk duidelijk.

Fietje heeft diepe gedachten en onscherpe foto's van wazige gebeurtenissen, maar zonder haar zogenaamde vrienden zou niemand acht slaan op haar ontboezemingen en haar kiekkunst.

Henkie daarentegen stuurt almaar ongevraagde reclame rond voor producten uit zijn winkeltje die zelfs gratis geen aftrek vinden.

En Betsy plaatst nooit zelf iets, maar reageert uitsluitend vol onbegrip op anderen, waarbij ze mishandeling van taal- en spellingregels niet uit de weg gaat.

 

U zult begrijpen dat ik gestopt ben. Facebook, Twitter en, eerder al, Hyves – van de ene op de andere dag heb ik alles uit mijn systeem verwijderd. En het bevalt uitstekend. Niet vanwege het bovenstaande, want ik overdrijf natuurlijk schromelijk en ik had ook genoeg vrienden die wel behartigenswaardige berichten lanceerden.

 

Laat ik de hand in eigen boezem steken: ik was verslaafd. Ik schreef geen berichten meer uit noodzaak of behoefte, maar puur omdat het kon. De hele dag leuke one-liners produceren, nog gevatter op anderen reageren, om de tien minuten mijn werk onderbreken om te kijken wat er gepost was – ik werd stapelgek van mezelf. Uiteindelijk ging het niet meer om het sociale, maar om de media. De media waren de baas geworden en het communiceren werd communiceren om het communiceren. Zoals oudere vrouwen in de trein graag alles mogen opnoemen wat ze zien langskomen: inhoud nul, geluidsproductie als doel op zichzelf.

 

Van dierbare en zelfs jeugdige zijde, (ja, er zijn jongeren die niets willen weten van de soosjul miediejah) werd me de gedachte aangereikt gewoon te stoppen. En jawel, halleluja, ik zag het licht! Ik leefde in de duisternis van de soosjul miediejah, Satan had mij in zijn greep, maar prijs de Heer, ik ben bevrijd!

Verrukkelijk bijverschijnsel was dat nogal wat andere dierbaren mij kwamen melden dat ze me zo misten. Ik was een levende dode geworden die het rouwbeklag zelf mocht aanhoren. Zelden heb ik me zo onmisbaar gevoeld als toen ik luide gemist werd.

 

En een tijd dat het scheelt! Ik bel nu weleens iemand op, of ik ga op bezoek. En dan hebben we een gesprek, met inhoud, soms wel van een uur of langer. En nog hou ik tijd over.

Gooi ze eruit die soosjul miediejah. U blijft net zo ongelukkig als vroeger, maar u lijdt er een stuk minder onder.

 

nieuwste column overzicht