TWEE DINGEN  (juni 2011)

over Harten en De Jager

EEN

Jan Kees de Jager is geen homo die minister werd, maar andersom. Moeten we daar trots op zijn? Geenszins. Een rolmodel is niet alleen een rolmodel omdat hij homo is en met zijn kop in de krant staat. We moeten minstens ook kijken naar zijn daden.

 

De Jager is lid van een kabinet dat verantwoordelijk is voor een op rancune gebaseerde afbraak van onze kunst- en cultuurwereld. Moeten we daar trots op zijn? Hij is als minister verantwoordelijk voor het feit dat de rijken rijker worden en de armen armer, dat het onderwijs achteruit holt, dat gehandicapten het moeilijker krijgen, dat het milieu verslechtert en de auto het wint van het openbaar vervoer.

Wie de loper uitrolt voor Wilders, de enige echte premier van dit land, is een lakei, een handlanger. Wie collaboreert met de PVV, een partij die bepaalde bevolkingsgroepen in dit land achterstelt en die moslims en niet-moslims tegen elkaar ophitst, is een burgemeester in oorlogstijd. Zoals Demjanjuk misschien niet zelf moordde, maar wel de smeerolie van de vernietigingmachine was, zo is de huidige regering het apparaat dat Wilders de ruimte geeft.

Moeten we daar trots op zijn?

 

Juist een homoseksueel zou zich teweer moeten stellen tegen discriminatie. Wie Wilders in het zadel hielp en houdt, is geen geschikt rolmodel.

 

TWEE

In de vorige Gay Krant schreef ik over Jaap Harten, zijn Verzameld Werk en het gedicht dat hij schreef over de kranslegging op de Dam, 4 mei 1970, waarbij homo's geweigerd werden. De ironie wil dat Hans Renders, die dit verzameld werk samenstelde, juist dit gedicht wegliet. Vond hij het teveel gelegenheidswerk? Had hij geen affiniteit met het onderwerp?

Harten valt de autoriteiten aan die niet in de gaten hebben dat ze hetzelfde doen als de nazi's: discrimineren, mensen behandelen alsof ze minderwaardig zijn. Hij schrijft als vierde strofe:

 

Moeten jullie nóg een keer van het nazituig
                         op je mieter
krijgen voor het duidelijk is wat vrijheid
betekent? Ik zet het in kapitalen:
VRIJHEID. Daar staat het.

 

Juist dit gedicht zou elke Nederlander jaarlijks moeten lezen of horen, omdat het duidelijk maakt dat je, als het om vrijheid en gelijkwaardigheid gaat, geen onderscheid kunt maken.

 

We hebben in Nederland partijen met vrijheid in hun naam die zich niets aan de betekenis van dat woord gelegen laten liggen. Jaap Harten had gelijk en hij heeft dat nog steeds, al mogen homo's tegenwoordig wel een krans leggen. Nog wel, tot de moslims als zondebok niet meer voldoen en wij weer aan de beurt komen.

Zou Jan Kees de Jager dit gedicht kennen?