SHAFFY  (december 2009)

over een idool

We waren zestien, zeventien, achttien. We zaten na of onder schooltijd bij elkaar thuis, hadden diepe gesprekken, vonden onszelf anders dan de rest. Eigenlijk hoorden we nergens bij, hooguit bij elkaar. We waren met z'n vieren en we draaiden Ramses Shaffy. Hij begreep ons. Hij verwoordde dat we niet eenzaam waren maar bijzonder. Hij bezong dat we samen waren. Hij was het vleesgeworden non-conformisme. Als we melancholiek waren, gaf Ramses daar een diepere laag aan en tegelijkertijd jubelde hij ons weer vrolijk. We waren pubers, we waren in Ramses.

 

Helemaal is het nooit overgegaan. En als ik nu de oude theateropnames bekijk, snap ik nog steeds waarom. Ramses was om op te vreten. In hem kwam alle goeds van de jaren zestig samen: het nieuwe elan, de vrijheidsdrang, het breken met alles wat stoffig, dof en oudbakken was. En toch was hij geen weke, zweverige hippie, geen gedrogeerd flower-power-doetje dat vage taal uitsloeg. Ramses was pure energie, het volle leven.

 

Wie zijn liedjes beluistert, merkt dat veel de tand des tijds glanzend doorstaan heeft. Hoe spontaan en vol bruisende, schijnbaar ongecontroleerde overgave Shaffy ook leek, hij was een vakman die precies wist wat hij deed. Hij sprak een prachtig Nederlands dat we bijna niet meer horen, met klinkers die nog klinkers waren en die bij hem klonken als nooit tevoren. Hij was exuberant als het nodig was en ingetogen en verstild op andere momenten. Hij wist wat hij deed. Toen nog wel.

 

Shaffy liet zich niet in hokjes plaatsen. Hij was acteur, zanger, cabaretier, homo, bi, hetero. "Ga weg als je me indeelt", zong hij, mans genoeg om zelf te bepalen wie en wat hij was. "Universeel seksueel", zei hij ooit in een interview, en dat vonden we dan weer prachtig. Ik wel althans.

 

Hoe droevig het feit ook was, de mevrouw die hem eens op de trein naar het Noorden zette, mogen we dankbaar zijn. Hij was een kind nog, maar werd Ramses Shaffy. En nu hij dood is, verklaren we hem heilig. Mensen die nooit één plaat van hem kochten, kopen nu opeens alles. Zo doen we dat tegenwoordig, geen grotere artiest dan een dode artiest. Een paar weken nog en dan gaat Ramses de weg van alle vlees, van Robert Long en Albert Mol, van Jules de Corte, Frans Halsema, Jos Brink. Tien dagen heilig en dan dood. Hartstikke dood.

 

nieuwste column overzicht