EXODUS  (september 2006)

over hart voor de publieke zaak

Zomer 2006. Massaal kondigen kamerleden en bewindslieden van de regeringspartijen aan dat ze na de verkiezingen niet meer zullen terugkeren.

Begrijpt u dat? Als je voor zo'n fooi en met zoveel passie het land gediend hebt, als daar je ware hartstocht lag, je idealisme, wat is er dan mooier dan doorgaan in de politiek? Maar nee, het bedrijfsleven lonkt, of de semi-overheid: de commissariaten, de bestuursfuncties in de gezondheidszorg, ze zijn als de regenboog met de pot goud aan de basis en onze regeerders weten niet hoe hard ze erop af moeten rennen. Staatssecretarissen en ministers, ze kunnen hun minachting voor de Tweede Kamer nauwelijks verbergen; daar gaan ze al helemaal niet in zitten. Vier jaar in de Tweede Kamer, het volk vertegenwoordigen, da's niks voor mij, sprak de idealistische ex-vakbondsman minister de Geus.

 

En dan die juichstemming! De economie staat er beter voor dan ooit. Het zoet stroomt straks onze kelen binnen. O ja? Zou de economie er onder een links kabinet slechter op geworden zijn? Het huidige kabinet heeft zijn hervormingen meedogenloos doorgevoerd ten gunste van de rijken en ten koste van de minderbedeelden. De inkomens boven modaal zijn er niet lager op geworden, de inkomens daaronder wel. Een links kabinet zou de lasten anders verdeeld hebben.

Er is weer armoede in Nederland, maar de economie staat er beter voor dan ooit. Dat geldt helaas niet voor het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer, de energievoorziening, het asielzoekersbeleid en de integratie van minderheden. Daar moest op bezuinigd worden.

 

De uittocht van de bestuurders naar het bedrijfsleven is niet meer of minder dan de beloning ophalen voor dit beleid. Hier zijn we, collega-graaiers, we zijn jullie vier jaar lang ter wille geweest, kom maar op met de poen. Cashen heet dat, in de termen van het grote geld.

 

nieuwste column overzicht