ZICHTBAAR  (november 2005)

over de noodzaak van herkenning

Bas Heijne heeft het in zijn George Mosse Lezing 2005 (21 september jl.) weer eens duidelijk gezegd. De tijd van homo-zijn als een vanzelfsprekendheid, als iets waar je niet bewust mee bezig hoeft te zijn, is voorbij. We moeten weer zichtbaar worden, noodgedwongen, omdat 'anderen' ons onzichtbaar willen hebben in het openbare leven en onze verworvenheden willen terugdraaien.

 

Nu heeft die periode van vanzelfsprekendheid niet heel erg lang geduurd. Voor velen is die er niet eens geweest, hooguit voor degenen die de ogen sloten of uit zelfbescherming niet verder keken dan hun vinger lang was.

De openstelling van het burgerlijk huwelijk moge dan een mijlpaal zijn geweest, nog altijd zijn er CDA-politici die er om morren. En dat zijn dan niet eens de 'anderen' waar Bas Heijne op doelt.

 

Onzichtbaar zijn is voor homo's en lesbo's een utopie. Iedere nieuwe generatie holebi's moet zich eerst weer zichtbaar maken, kenbaar maken, om daarna te kunnen opgaan in vermeende onzichtbaarheid. De 'anderen' zullen ons blijven zien als anders. Hooguit gaat er soms een dag voorbij dat we dat zelf niet zo ervaren, dat is het hoogst haalbare, vrees ik.

 

Zichtbaarheid is van belang: om op te komen voor je rechten, om invloed te hebben op de samenleving, om de zwakkere broeders en zusters een hart onder de riem te steken en om de nog altijd bestaande glazen plafonds te doorbreken.

 

In de wereld van communicatietrainingen, waarin ik weleens vertoef, valt het me op hoe weinig homo's en lesbo's zijn doorgedrongen in de kringen van hoogleraren, medisch specialisten en leidinggevenden in het bedrijfsleven. Eén op de twintig? Bij lange na niet.

En ik weet dat omdat al die hetero's maar wat graag vertellen dat ze een echtgeno(o)t(e) en kinderen hebben. Want zichtbaarheid heeft bij hetero's nog nooit ter discussie gestaan.

 

nieuwste column overzicht