WIJ  (augustus 2005)

over hullie en zullie en wie erbuiten vallen

Wij Beatrix.

Wij katholieken.

Wij van het Stedelijk Gymnasium.

Wij NEC-aanhangers.

Wij homoseksuelen.

Wij van het St.-Lucasziekenhuis.

Wij uit Aerdenhout.

Wij van GroenLinks.

Wij van de Gay Krant.

Wij Nederlanders.

Wij Europeanen.

Wij van het rijke westen.

Wij wereldburgers.

 

Wij is een wisselend begrip, waar je soms wel en soms niet bijhoort. Van het eenzame wij van Beatrix en de wij van OSM (de mensen die weten hoe het hoort) naar het alomvattende wij van: wij bewoners van de aarde. Maar bij ieder wij hoort een zij, want wie zouden wij zijn als er geen buitenstaanders waren, geen anderen, geen mensen die er niet bijhoren?

 

In het verzuilde Nederland waren wij katholieken en wij protestanten tegengestelde groeperingen die elkaar als zij beschouwden: zij, de andersdenkenden. Maar in de oorlog waren we één, wij tegen de Duitsers. Zelfs de communisten waren wij. Wij Nederlanders, met behoud van alle onderlinge verschillen.

Het begrip "wij Nederlanders" was tot voor kort relatief eenduidig. Wij waren de mensen met een Nederlands paspoort, blank, opgegroeid in een joods-christelijke cultuur en met een democratische, redelijk verlichte traditie van tolerantie, overleg en vreedzaamheid. Gezapig waren we ook, en verre van flamboyant.

 

Met de komst van de Surinamers en de Antillianen (met hun Nederlandse paspoort) is ons traditionele wij al behoorlijk opgefleurd: andere gewoontes, ander voedsel, een andere stijl van leven. Daarvoor brachten de Indische Nederlanders al nieuwe geuren en kleuren in ons wij aan. Maar we werden weer met z'n allen wij, want deze medelanders integreerden opvallend goed, vooral omdat ze de taal al spraken. Ze waren even zij, en blijven dat altijd een beetje (zoals wij dat voor hen blijven), maar ze zijn ook een gelijkwaardig bestanddeel van het Nederlandse wij geworden (al blijft er altijd discriminatie en achterstelling bestaan).

Op dezelfde manier zijn homo's in Nederland tegelijk wij en zij: we zijn geïntegreerd, maar blijven een aparte stroming in de samenleving, en ook ons past waakzaamheid als het gaat om gelijke behandeling.

 

Nu zijn er in Nederland wijken, stadsdelen en binnenkort zelfs steden waarin de categorie "wij Nederlanders" zoals hierboven beschreven niet meer bestaat of een kleine randgroepering is geworden. De Turken en Marokkanen zijn er in de meerderheid en de islamcultuur is er de standaard. Amsterdam en Rotterdam zijn over twintig jaar "zwarte steden". Homo's zullen er onzichtbaar moeten worden: wij doen daar niet meer mee. Wij lopen het risico in elkaar geslagen te worden, zij hebben het daar voor het zeggen.

 

De laatste tijd hoor je steeds vaker beweren dat we geen aanstoot meer mogen geven, geen parades houden, geen uitingen van mannelijke of vrouwelijke homoseksualiteit in het openbaar, want daar kwetsen we de moslims mee. We vragen om moeilijkheden als we dat doen.

Anderen roepen juist dat zij maar moeten leren dat wij dat anders zien in onze cultuur en dat zij zich moeten aanpassen en niet wij. Maar wat als wij niet meer in de meerderheid zijn?

 

Wij en zij. Zij en wij. De tijd van "wij Nederlanders" is voorgoed voorbij. Onze oude identiteit, verzuild, verpolderd en vergiftigd van de spruitjeslucht, we zullen er nog heimwee naar krijgen.

 

nieuwste column overzicht