ONVERSCHILLIGHEID  (december 2004)

over een verkeerd begrip van tolerantie

Wij gaan aan onverschilligheid ten onder. En onverschilligheid is iets anders dan tolerantie. Wij dachten dat we werkten aan een multiculturele samenleving, maar dat betekende dat het ons geen moer kon schelen waar die buitenlanders vandaan kwamen, hoe ze dachten, wat hun geloof betekende. We waren immers “tolerant”, we hoefden er niets van te weten… Nee, we waren onverschillig.

 

Net zo onverschillig waren we voor de onwellevende uitingen (waaronder allerlei jarenlang herhaalde doodswensen) van columnisten als Piet Grijs en Theo van Gogh. Moest kunnen, toch? Tolerantie. Welnee, onverschilligheid. Zolang ze niet in ons tuintje woedden, mochten ze andermans hofje gerust platbranden.

 

De huidige regering gaat buitengewoon onverschillig te werk. Zieken, gehandicapten, sociale minima, ze worden moeiteloos gekort, terwijl de rijken erop vooruitgaan. Welzijnswerk, onderwijs, gezondheidszorg, ze zien maar dat ze rondkomen. Meer marktwerking! We noemen dat liberalisme, maar het is onverschilligheid. Minachting van andermans tuintje, zolang de eigen hof maar groeit en bloeit.

 

Je kunt de moslim- en de christenfundamentalisten veel verwijten, maar ze zijn niet onverschillig. Ze halen niet hun schouders op voor homo’s, vrouwen, kwetsers en godslasteraars. Ze hebben een standpunt en verdedigen dat. In een onverschillige samenleving moet je soms andermans tuintje vertreden om aandacht te krijgen, denken ze.

Ik ben het daar niet mee eens, hier zou echte tolerantie op zijn plaats zijn, in een beschaafde samenleving. En tolerantie gaat van au!

Ongelovigen zullen hun ergernis om de visies van gelovigen moeten slikken. Au! En andersom. Au! Weg met de onverschilligheid. Autochtonen zullen het anders zijn van allochtonen moeten tolereren. Au! En andersom.

 

Tot slot nog dit: de werkelijkheid is veelkleuriger dan we de laatste maanden denken. Moslims zijn niet per definitie dom, taalarm, laaggeschoold en anti-westers. Ik werk niet op het VMBO en woon niet in een achterstandswijk, dus misschien heb ik makkelijk praten, maar de moslims die ik tegenkom zijn, met behoud van hun eigen cultuur, goed gesocialiseerd. De moslima’s weigeren mijn hand niet en ik de hunne niet, we kussen elkaar soms bij afscheid of begroeting. Maar ook als dat anders zou zijn, kies ik er voor dat te accepteren, te tolereren, zelfs als dat soms van au gaat.

Een jaar geleden ben ik getrouwd, met een man. Een van onze getuigen was een belijdende moslimvrouw. En die deed niets bijzonders. Ze zette haar handtekening. En ze feliciteerde ons. Wij leven in één grote tuin.

 

nieuwste column overzicht