WELLEVENDHEID  (september 2004)

over grofheid

Jan heeft een geloof. En een heilig boek natuurlijk. In dat boek staat dat roodharigen al voor hun conceptie door het Kwaad zijn aangeraakt. Ze kunnen het dus niet helpen, maar ze zijn minder dan honden en varkens. En ze zijn gevaarlijk, want ze verspreiden allerlei onheil. Dus moeten ze dood.

Jan mag dat geloven, mits er een god achter zit. En omdat hij het gelooft, mag hij het zeggen.

 

Piet heeft een politieke overtuiging. En een beginselprogramma natuurlijk. Daarin staat over roodharigen precies hetzelfde als wat Jan gelooft. Maar Piet wordt voor de rechter gesleept. De vrijheid van godsdienst geeft in de praktijk meer vrijheid dan de vrijheid van meningsuiting. Piet kon beter een geloof hebben. Uiteindelijk pleit de rechter hem ook vrij, en mag Piet weer zeggen wat hij wil, zolang hij nog geen gaskamers bouwt.

 

Klaas mag denken wat in hem opkomt. Hij kan niet anders. Klaas vindt dat hij niet mag denken dat de kardinaal eens goed in zijn reet geneukt moet worden. Maar als hij dat denkt, is het al te laat. Hij heeft het al gedacht vóór hij zichzelf kon censureren. Daarom staat denken vrij.

Soms denkt Klaas dat het goed zou zijn als zijn buurman geplet zou worden door een vrachtauto en de rest van zijn leven met moeilijk bestrijdbare pijnen en volledig bij bewustzijn in een verpleeghuis zou moeten doorbrengen, waar hij alleen nog iets kenbaar zou kunnen maken door met zijn ogen te knipperen.

 

Klaas denkt zulke dingen, want hij is boosaardig en wraakzuchtig, maar hij mag ze niet zeggen. Ja, het mag misschien wel, zolang hij de buurman en de kardinaal niet regelmatig in geschrifte van zijn gedachten op de hoogte stelt. Dus doet hij dat niet.

Wat hem weerhoudt, is wat men ook wel noemt: wellevendheid. Zelf zou Klaas het niet op prijs stellen steeds maar van Jan en Piet te vernemen wat zij van hem vinden of over hem denken, want Klaas heeft rood haar.

 

In Nederland moet alles kunnen. Dus Karel, Henk en Frederik, ze zeggen wat er in hen opkomt, vaak nog voor ze het gedacht hebben. Dat is eerlijkheid, dat is nieuwe politiek, dat is humor. Ze staan in hoger aanzien dan Klaas. Ze zijn artiest, of religieus leider, of toffe kroegmaat.

Soms denkt Klaas dat de koningin zich drie maal daags door haar hofhondjes laat beffen. Maar hij zegt het niet. Hij denkt weleens dat Balkenende in de kelder van zijn huis Dutrouxtje speelt en aan het hoofd staat van een internationaal kinderpornonetwerk. Maar hij zegt het niet. Dat Erica Terpstra bol staat van de speed en zich in Athene achter de coulissen van het Holland House door alle mannelijke sporters heeft laten uitwonen, Klaas denkt het slechts.

 

Karel, Henk en Frederik hebben het beter getroffen. Ze presenteren radioprogramma's, zijn op tv te gast in takshows of presenteren die, zitten in de politiek, zijn geestelijk leider, columnist of rapper. Het volk juicht ze toe, ze worden rijk en beroemd.

Wellevendheid is ouderwets en iets voor suffe burgers, voor grijze muizen. En voor roodharigen.

 

nieuwste column overzicht