ZICHTBAAR  (oktober 2002)

over de effecten van de vrijheid van meningsuiting

Vijfentwintig jaar geleden zag ik vaker twee mannen of twee vrouwen hand-in-hand over straat gaan dan nu. Het was in de jaren zeventig een politieke daad om je te laten zien, passend bij de opkomende emancipatie. Liep je zo over straat, dan werd je nagekeken, niet zelden nageroepen, en soms agressief bejegend.

 

Behalve in een paar straten in Amsterdam, of tijdens homomanifestaties, zie ik bijna nergens homo- of lesbostellen openlijk met elkaar frutselen, verliefd tegen elkaar aanhangen of, zoals de Vlamingen zeggen, «elkaar een tong draaien». Hetero’s doen dat wel: op straat, op het terras, in de trein, op school...

 

In de hele discussie over vrijheid van meningsuiting wordt steeds vaker geroepen: «Iedereen moet alles mogen zeggen». Ik ben het daar enigszins mee eens. Vind je homo’s minder dan varkens, te vergelijken met dieven, of wat christenen en moslims eensgezind nog meer beweren – dan mag je dat van mij vinden en hardop zeggen.

Is het wellevend dat te doen? Nee.

Is het smaakvol dat te doen? Nee.

Is het verstandig dat te doen? Nee.

Wie aanspraak maakt op eigen individuele keuzes, op respect van anderen en op eigen visies, doet er goed aan zijn medemensen hetzelfde te gunnen.

 

Inmiddels zijn we zo ver dat het beledigen een nationale sport is geworden. De privé-sfeer wordt in toenemende mate geschonden met een beroep op godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting of artistieke vrijheid.

Vijf jaar geleden hadden we het niet voor mogelijk gehouden dat we moslims zo gemakkelijk voor geitenneukers zouden uitmaken. We waren daar te beschaafd voor, te ruimdenkend, en we vreesden de wet. En terecht.

 

Vijf jaar geleden hielden we het niet voor mogelijk dat de homo-emancipatie haar hoogtepunt misschien al achter zich had en op de terugweg was. Vandaag de dag zien we steeds duidelijker voor ons wat de vrijheid van meningsuiting betekent: de vijand roert zich openlijk en weet zich gesteund door de wet en de publieke opinie.

Wie zichtbare homo’s vies, zondig of misdadig vindt, mag dat weer hardop zeggen. En de jongeren van vandaag durven weer net zo min hand-in-hand te lopen als wij dertig jaar geleden.

 

nieuwste column overzicht