REVE  (december 2001)

brief in een frietkot gevonden

Uit de diepten. Na al vijf dagen de courant van vorige week maandag gelezen te hebben, omdat het nieuws toch niet verandert en ze je wel telkens weder opnieuw laten betalen. Het moet uit de lengte of uit de breedte, want alles wordt wel duurder maar niet goedkoper.

 

Majesteit, Koning der Belgen en wat niet al, jaja kom er eens om, "het is van U te verwittigen als dat het geld van de Grote Prijs zojuist is afgekomen", zoals ze dat hier plegen te zeggen in het Koeterwaals dat Vlaams heet en dat geheel ten onrechte voor Nederlands wordt gehouden. Niet dat het veel uitmaakt, want ik heb nog nooit een Belg ook maar éen volzin horen uitspreken, welks inhoud langer dan acht seconden de moeite van het overdenken waard was. Maar dit terzijde. En ze zijn er niet eens voor "met een camion de living binnen gereden", voor het bezorgen van de Prijs, bedoel ik. Het bedrag was gewoon op mijn rekening gestort. Wel goed dat het in euro’s was, zodat Matroos Vosch het niet meteen kon uitgeven aan dure en buitenlandse dingen, maar daartoe minstens moet wachten tot de eerste januari van het jaar onzes Heren 2002. Kome er gerechtigheid over alle volkeren en naties opdat zij die in tongen spreken getuigen van die blomme die U een tale is. Ik zeg maar wat.

 

Ik hoop maar dat Uwe Majesteit er niet van wakker gelegen heeft dat Uw minister van cultuur (en ach, wat is cultuur nog in dit land) U heeft verboden mij de prijs persoonlijk ter hand te stellen. Ik heb er althans geen oog minder om dicht gedaan, zeker niet overdag. Integendeel, de gedachte aan het zicht, bij het in ontvangst nemen van Uwer Majesteits gelukwensen, op het roosbestoven generaalsuniform, dat U bij officiële gelegenheden pleegt te dragen, terwijl U toch nimmer, in tegenstelling tot een zekere schrijver in ons taalgebied wiens naam verdacht veel op de mijne lijkt en die ook Gerard Reve heet, aan een oorlogsmanoeuvre heeft deelgenomen dan wel een front van nabij heeft gezien – hoewel uw voorouders in de Congo er blijk van hebben gegeven heel wel tot het uitvoeren van krijgshandelingen en de daarbijbehorende wreedheden in staat te zijn – benam mij al dagen de rust van het gemoed, die een man van mijn leeftijd gegeven is, of hij het nu verdiend heeft of niet. Die schudmanie van Uw hoofd, aan welke onbehandelde bordeelziekte heeft U die eigenlijk overgehouden?

 

Het verheugt mij, Majesteit, dat het Uw zoon de Kroonprins blijkbaar gelukt is zijn pielemuisje in het hopelijk wel roosvrije tummetje annex geslachtsgrotje van prinses Mathilde te frotten, gezien de Koninklijke telg die zij enige tijd geleden het leven geschonken heeft. Toch fijn voor België dat het, net als Nederland, eindelijk eens een echte Vorstin zal krijgen. Met zulke vooruitzichten heb je geen oorlog of recessie meer nodig. En dat terwijl Uw zoon de Kroonprins tot voor kort vaker gezien werd in gelegenheden, waar "zij die voor de venten zijn" (zoals ze dat hier plegen te zeggen in het Koeterwaals etc.) zich afgeven met jongens en mannen van hetzelfde geslacht en daarmee zelfs liederlijke en ontuchtige handelingen uitvoeren die bij de wet verboden zouden moeten worden, dan in de echtelijke slaapkamer.

 

Majesteit, Gerard Reve, de blanke dichter van stad en land, groet U en al Uw onderdanen, alsmede die van het voormalige Congo, in de wetenschap dat U het als een eer beschouwt mij te mogen rekenen tot een bewoner van Uw grondgebied, al blijft dat laatste natuurlijk tussen ons. De mensen hoeven niet alles te weten. Van Willem Frederik Herriemans kan dat niet gezegd worden en ook Herrie Mulles durft al jarenlang Amsterdam niet meer uit, bang dat, eenmaal Diemen voorbij, niemand hem meer zal herkennen, ondanks die neus en die zonnebril, die hij ook bij donker weder en des nachts nimmer afzet, die zonnebril dus. Overigens heeft men van die film, De Bevlekking van het Gezemel, nu ook gauw een boekuitgave op de markt gebracht met Mulles zijn naam op het omslag. Je moet maar durven.

 

Vanuit de diepten. En dat we maar groot voor elkaar geschapen mogen blijven. Het is uit en over, Majesteit. De Geest waait waarheen hij wil, maar wij houden de luiken geloken voortaan (wiege wiegele weine). In de krant staat dat Matroos Vosch het geld van de Prijs in zijn geheel gaat overhandigen aan de ouders van onze ontuchtige tuinjongen (die een volle neef en nicht van de Officier van Justitie zijn), die zelf Matroos Vosch onkuis betast heeft in plaats van andersom. Ze doen maar hier. En dat terwijl zij dus eigenlijk ons zouden moeten betalen, want alles wordt wel duurder maar niet goedkoper. Moge het Kind dat met Kerstmis voor de zoveelste keer opnieuw geboren wordt U verlossing en vrede schenken. Dit en nog veel meer wenst U,  indachtig de woorden van de Evangelist die schreef dat [brief is onvoltooid]

 

nieuwste column overzicht