IDENTITEIT  (mei 2001)

over kleding en identiteit

Nu ik mijn opleiding als rechter bijna voltooid heb, wordt het tijd na te denken over mijn uiterlijke verschijning. Natuurlijk de zwarte toga en de witte bef, daar heb je het allemaal voor gedaan. Maar verder, wat wil ik verder nog duidelijk maken over mijn identiteit?

 

Dat ik een man ben, is te horen en te zien, zelfs als ik die zwarte jurk draag. Dat zit wel snor dus. Verder ben ik een belijdend Gristen en dat is doorgaans niet te merken, tenzij je de uiterlijke kenmerken aanpast. Dat wordt dus een houten kruis om de nek (ik ben nog altijd blij dat ze onze verlosser destijds niet verdronken hebben of op de elektrische stoel hebben gezet; je loopt toch voor gek met een aquariumpje op je borst of met zo'n zeteltje met riemen en stroomdraad...) Ik neem wel gelijk een stevig kruis, zodat ik iedereen die dingen zegt als: "Het is volbracht", "Zij weten niet wat ze doen" of: "Laat de kinderen tot mij komen", een gevoelig tik kan uitdelen op het schedeldak. Je moet er niet alleen in geloven, je moet er ook naar handelen, zeg ik altijd maar.

 

En verder? Omdat ik via verre voorouders nog joods bloed heb, laat ik maar gelijk een jodenster op de toga naaien. Beter mee verlegen dan om verlegen, zeg ik altijd maar. Links op de borst, stel ik voor.

En dan rechts de roze driehoek, want dat ik homo ben, zie je net zomin aan me als dat ik Gristen ben. Baat het niet, dan schaadt het niet, zeg ik altijd maar.

 

En dan? Als overtuigd vegetariër ga ik de rechtszaal niet in zonder twee struiken prei onder de oksels. En als lid van Das&Boom laat ik een mooi hoedje maken van de zoveelste platgereden das. Dan is er tenminste niet voor niets geleden en gestorven.

Ik denk niet dat de Lionsclub waarvan ik lid ben er bezwaar tegen heeft dat ik in plaats van het kleine speldje dat we plegen te dragen een grote L op de toga laat naaien. Wat zegt u? Ja, op kruishoogte, dat lijkt me geen slecht idee. Ik ben er trots op en dat mag iedereen weten, zeg ik altijd maar.

 

Ten slotte: lid van de Vereniging Het Geldersch Landschap... Ik had gedacht een bonsaibeukje voor me op tafel en een matje natte wei onder de stoel. Mijn eigen poldermodelletje. Als lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde spreek ik alleen nog op rijm en met het oog op mijn lidmaatschap van Dante Alighieri open ik elke zitting met: Lasciate ogni speranza, voi ch'entrate! * Een mooi citaat is nooit weg, zeg ik altijd maar.

 

Als overtuigd monarchist spuit ik natuurlijk eerst nog mijn haar oranje. En ter completering plak ik een mooie sticker op mijn voorhoofd: "Ik rem alleen voor mensen met een identiteit!" Het wordt een feest met mij in de rechtszaal.

 

 


*) Laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt!

 

nieuwste column overzicht