TRANS  (oktober 1998)

over discriminatie

Het is zover. Na mijn coming out als Christen, begin dit jaar, en daarna mijn coming out als biseksueel (in juni), moet het hoge woord eruit. Ik ben transseksueel. Jawel: TRANSSEKSUEEL. Als ik nou een gewone transseksueel was, zou dat nog allemaal niet zo'n probleem zijn. Dan mocht ik zeker drie keer per jaar met Catherine Keijl praten, en voor Menno Buch mocht ik opwindende clips maken, of me, ergens hangend aan een kerktoren, laten neuken door drie Belgische gendarmes. "Ja mensen, de torentrans!", zou Menno geestig afkondigen.

 

Maar ik ben geen gewone transseksueel. Hoe het zit, zal ik u uitleggen.

Ik ben een biologische man, zo ben ik geboren. Maar van jongsaf aan wist ik al dat ik eigenlijk een meisje was, en later een vrouw. Toen ik in mijn puberteit regelmatig stiekem de kleren van mijn moeder en van mijn zusjes aantrok (wat mij niet echt bevredigde), ontdekte ik dat ik niet alleen transseksueel was, maar ook nog travestiet. Ik was dus een mannelijk geboren vrouw met een voorkeur voor mannenkleren. En tot overmaat van ramp bleek ik ook nog lesbisch! Dus een mannelijk geboren vrouw met een voorkeur voor mannenkleren die op vrouwen valt. Kom daarmee maar eens bij je ouders aan.

 

En toen begon de ellende pas goed. Er was geen enkel ziekenhuis dat mij wilde opereren. Dus met die ballen bleef ik mooi zitten. Bij de praatgroep voor man-vrouw-transseksuelen was ik niet welkom. In mijn mannenpak zeker, en met die ballen. De praatgroep voor lesbische vrouwen wees me om de zelfde reden af. In een homomannengroep paste ik evenmin. Ik was immers een vrouw (zij het onbehandeld). En op contactavonden voor hetero's was ik als trans, travestiet én lesbiënne al helemaal misplaatst.

 

De redactie van Catherine vond mijn geval bijzonder, maar ja, het was televisie, en voor het oog was ik een gewone, welgeschapen hetero-man. En Menno Buch meende dat ik een betere smoes moest hebben om op zijn kosten voor de camera een mooie vrouw te kunnen pakken.

 

Ik ben de laatste, echt gediscrimineerde minderheid in Nederland. Zeker nadat ik van de zomer ook nog eens biseksueel bleek. En Christen! Wat moet ik doen? Niemand wil het met mij, nergens kan ik terecht en voor media en medici besta ik niet.

 

Eén troost heb ik wel. Ik ben, geloof ik, nog nooit een psychisch gezonde transseksueel tegengekomen. Ik moet dus wel de eerste zijn.

 

nieuwste column overzicht