PEDO  (oktober 1996)

over pedofilie en discriminatie

Toen ik klein was, waarschuwde mijn moeder mij voor een man die Dolf heette. Hij zou kleine kinderen lokken en meenemen, maar wat er dan allemaal kon gebeuren, vertelde ze me niet. Intuïtief voelde je dat het heel erg was, maar misschien toch ook wel een beetje spannend.

Achteraf heb ik de opmerkingen van mijn moeder leren interpreteren. Dolf was gewoon een homoseksuele man in een tijd waarin je dat zeker nog niet zijn mocht en de generatie van mijn ouders leefde in de veronderstelling dat homo's het altijd op kinderen gemunt hadden.

In de vette jaren zeventig werd homoseksualiteit een populair onderwerp en in het kielzog daarvan werd pedofilie een beetje bespreekbaar. Het was de rijke tijd: de overheid strooide met gulle hand subsidies rond voor allerlei initiatieven (potverteren, zei Hans Wiegel later) en iedereen had het goed genoeg om elk zijn eigen geneugten te gunnen.

 

Maar wat is er gebeurd waardoor pedofilie momenteel Het Nieuwe Taboe is geworden? De zaak Dutroux in België maakt veel duidelijk. Een netwerk van misdadigers ontvoert jonge vrouwen en kinderen (meisjes), dwingt hen tot seks en deelname aan porno-activiteiten en verkoopt, doodt of mishandelt ze.

Zonder enige gêne spreekt men hier van een pedofilie-schandaal. Daarnaast lijken het vooral de seksuele aspecten van de zaak te zijn die de verontwaardiging van de massa oproepen.

 

Maar waar gaat het om? Het gaat om mishandeling, criminele mishandeling, seksueel misbruik, schending van de geestelijke en lichamelijke integriteit van kinderen en adolescenten, en om moord.

Zijn hier pedofielen aan het werk? Nee, want die houden van kinderen. Hier zijn misdadigers aan het werk die gebruik maken van pedoseksuele behoeften van andere, al even weinig scrupuleuze criminelen. Met pedofilie heeft dit alles niets van doen. Althans, het heeft er evenveel mee van doen als met heteroseksualiteit.

We spreken dus met het zelfde recht over de zaak Dutroux als over een heteroseksualiteitschandaal. En zo bezien is er dus alle aanleiding om nu alle heteroseksuelen te gaan opsporen en als verdachten te behandelen, temeer daar de leeftijd van sommige slachtoffers doet vermoeden dat het hier helemaal niet om pedofiele criminelen gaat.

 

Natuurlijk gebeurt dat niet. De hypocriete maatschappij kan haar woede over de seksuele aspecten van deze misdrijven alleen ventileren als er een bruikbare zondebok gevonden kan worden. Heteroseksualiteit is dat vanzelfsprekend niet en de bekrompen seksuele Christelijke moraal die veel verwrongen geesten voortbrengt al evenmin. Dus werd het de pedofilie.

We mogen ons gelukkig prijzen dat de zaak Dutroux geen zaak is over mannen die jongens misbruikten. In dat geval had de volkswoede zich ongetwijfeld gericht op alles wat met homoseksuelen en met homoseksualiteit te maken heeft.

 

Tolerantie jegens homoseksualiteit en pedofilie (en al wat nog meer van het gemiddelde en het kerkelijk goedgekeurde afwijkt) is een luxe die we ons in de rijke jaren zeventig konden permitteren. Er hoeft echter maar iets te gebeuren waardoor de burgers hun zekerheid verliezen, bang worden en persoonlijke dreigingen van allerlei aard gaan vrezen, of de zondebokken krijgen het te bezuren. In België zijn dat nu de pedo's en Nederland gaat daar, gezien de reacties, al even hard in mee.

 

Een en ander geeft te denken over de waardevastheid van onze verworven emancipatoire rechten. Ik voer hier geen pleidooi voor het hebben van seksuele contacten met kinderen. Ik stel alleen vast dat de discussie erover een luxe is gebleken die sneller wordt afgebroken dan zij werd opgebouwd.

Voor homoseksualiteit kan het zelfde gelden (al leven we wat dat betreft voor het oppervlakkige oog nog in de vette jaren). Misschien niet in de zelfde mate en in het zelfde tempo, maar dat doet aan het risico niets af.

Wat we voor hebben op de pedo's, is dat we wel met meer zichtbare en bekende homoseksuelen zijn dan er zichtbare en bekende pedofielen rondlopen. We kunnen dus nog invloed uitoefenen en ons laten gelden.

 

Als we dat niet doen en niet blijven doen, zouden de magere jaren, in welke vorm die zich ook aandienen, wel eens bedreigender kunnen zijn dan we ons nu voorstellen. Nu al is waarneembaar dat de openheid van het onderwijs voor homoseksualiteit afneemt. Nu al is waarneembaar dat het volk luidruchtiger begint te morren tegen zaken als de Gay Games, de Roze Zaterdagen, Gay Pride Parades en wat dies meer zij. En nu al is waarneembaar dat de overheid in toenemende mate vindt dat het mooi geweest is als het om homovriendelijk beleid gaat.

 

Veranderend subsidiebeleid, een eventuele economische recessie, toenemende invloed van anti-homoseksuele religies, een opvallend homoseksschandaal - ze kunnen allemaal een bedreiging gaan vormen die we nu nog niet voor mogelijk houden. Kijk maar naar de omslag in het pedofiliedebat. Ik wil geen rampspoed prediken, maar het is maar dat u het weet.

 

nieuwste column overzicht