PRIJZEN  (december 1995)

over Paul de Leeuw en onderscheidingen

Laten we voorop stellen dat ik dol ben op Paul de Leeuw, zeker nu hij twintig kilo is afgevallen. Hij is geestig, brutaal, vaak origineel en zijn talent staat buiten kijf. O ik zou zo met hem willen trouwen, beter kan ik het niet samenvatten, al lijkt een lange verlovingsperiode daaraanvoorafgaand me geen luxe.

Paul heeft veel succes. Zijn eerste speelfilm heeft al veel voorpubliciteit gehad en uit wat ik aan trailers en previews zag, belooft het buitengewoon leuk te worden. En Paul gaat weer het theater in. Na de afmattende tv-periode is er een nieuwe Paul de Leeuw aan het ontstaan, met alle beloften van dien.

En dan heeft Paul nu ook nog eens de Bob Angelo Penning gekregen, vanwege zijn verdiensten voor de homo-emancipatie. Weliswaar had hij al een Gouden Driehoek ontvangen uit handen van Manfred Langer, maar laten we eerlijk zijn, gezien de rij van laureaten en de procedure waarmee die bekroning tot stand kwam, is dat nauwelijks een serieuze prijs te noemen. (Het is geen geheim dat Langer zelf besloot de prijs aan Paul de Leeuw te geven, aangezien hij de enige kandidaat was die zich bereid verklaarde op de geplande prijsuitreiking aanwezig te zijn en er een optreden aan te verbinden).

 

De Bob Angelo Penning is een serieuze onderscheiding. Bob Angelo (pseudoniem van Niek Engelschman) was een belangrijk en moedig voorvechter van de homo-emancipatie in een tijd waarin homoseksueel zijn gevaarlijk was. U en ik, wij hebben voor de wijze waarop wij nu kunnen leven veel aan hem en zijn medestrijders te danken.

Terecht heeft de hoogbejaarde Engelschman kort voor zijn dood nog een hoge onderscheiding mogen ontvangen uit handen van minister Brinkman. Wie de naar Bob Angelo vernoemde penning krijgt, moet dus echt wat betekend hebben.

Heeft Paul de Leeuw dat? Ja, in zeker opzicht wel. Hij heeft als eerste van de jonge generatie zijn homoseksualiteit als iets vanzelfsprekends in zijn programma's geïntegreerd en velen daarmee een hart onder de riem gestoken. Was dat moeilijk? Nee, want er stond hem niets in de weg om dat te doen. Het pad was gebaand en iedere andere tv- en theatermaker kan al enige jaren het zelfde doen.

Dat Paul de Leeuw nu die prijs krijgt, lijkt dus vooral te zijn ingegeven door het feit dat veel van zijn collega's nog altijd níet doen wat De Leeuw wel deed. Niet Pauls moed, maar hún lafheid wordt hiermee in feite onderscheiden.

Het blijft jammer dat voorgangers van Paul de Leeuw als Albert Mol en Robert Long géen Bob Angelo Penning hebben gekregen. Als het gaat om je nek uitsteken voor de homo-emancipatie, dan hebben zij hun sporen meer verdiend dan mijn aanstaande verloofde, hoe erg ik dat ook vind.

 

Maar waarom krijgt hij die penning dan? Dat is heel simpel. Om de zelfde reden als Manfred Langer zijn Gouden Driehoeken uitdeelde. Wie een populaire artiest met zijn zaak, bedrijf of vereniging in verband weet te brengen, deelt in de roem van die artiest en dat is goed voor die vereniging, dat bedrijf of die zaak.

 

Paul de Leeuw heeft zich altijd gedistantieerd van het COC, hij haat het, diep in zijn hart, zoals hij ook al die homo's haat die niet met hun homoseksualiteit omgaan zoals De Leeuw dat doet. Door hem de Bob Angelo Penning te geven, trekt het COC Paul de Leeuw in een gelukkig niet dodelijke maar wel venijnige omhelzing naar zich toe. Het COC deelt zo mee in de roem en het succes van De Leeuw. Zeker zal de uitreiking dit jaar meer publicitaire aandacht trekken dan de voorgaande jaren, en daar gaat het om. Het COC is een bedrijf en de homo-emancipatie is een product.

Het zou Paul de Leeuw sieren als hij de prijs geweigerd had, als hij zich niet had laten gebruiken voor dit doel, als hij zijn afkeer van het COC trouw was gebleven en als hij doorzien had waarom hem deze eer te beurt viel.

 

Overigens ben ik van mening dat het, afgezien van de publiciteit voor de prijsgever, weinig zin heeft iemand te fêteren die naar behoren zijn werk doet, daar goed voor betaald wordt en er alle succes mee heeft.

Prijzen behoren te gaan naar mensen die iets bijzonders doen, die het verdienen uit de anonimiteit van hun bestaan te worden gehaald, die zich onderscheiden hebben zonder daar zelf beter van te zijn geworden. Als Harry Mulisch, A.F.Th. van der Heijden, Cees Nooteboom of Adriaan van Dis gewoon zijn werk doet, wordt zijn nieuwe boek automatisch een internationaal succes, verdient hij er veel geld mee en wordt hij met roem overladen. Verdient hij daarmee ook nog een AKO- of een Librisprijs? Welnee.

Prijzen behoren te gaan naar auteurs die geen nagel hebben om hun gat te krabben, maar toch mooie boeken schrijven, auteurs die hun nek uitsteken en juist daardoor geen bestsellers maken, auteurs die hun boeken nog op eigen kracht moeten slijten en niet op basis van hun tv-bekendheid of hun connecties met recensenten en juryleden.

 

Maar noch de AKO en de Libris, noch de iT en het COC zijn gebaat bij prijzen voor mensen die niemand kent. Dat levert geen publiciteit en daarmee geen gratis reclame voor hun nering op. En daarom zal de Bob Angelo Penning nooit gaan naar de man of vrouw in Winschoten, Middelburg of Arnhem die al twintig jaar de voorlichting over homoseksualiteit op middelbare scholen organiseert, naar die onbekende leraar, pastor, arts of vrijwilliger die zonder ophef, extra honorering, roem of erkenning zijn bijdrage levert aan de homo-emancipatie.

Kortom: als Niek Engelschman nu leefde, had hij nooit die penning gekregen. Maar dat neemt niet weg dat wij hem een mooie plaats in ons huis gaan geven, hè Paul?

 

nieuwste column overzicht