KUNST EN VLIEGWERK  (april 1995)

over kunst en emancipatie

Er is een kunstwerk in mijn tuin geplant. Nou ja, mijn tuin. Onder het raam van mijn werkkamer strekt zich een redelijk deel plantsoen uit van wat wel het Park Jonkerbosch genoemd wordt, een fraai aangelegd stuk nieuwbouw vlak bij het Nijmeegse Goffertstadion, op het terrein waar vroeger de Broeders van Liefde meer dan vijfhonderd jongens hielden. Rond het oude klooster, waarin ik een appartement bewoon, is een stadsdeel opgetrokken dat als emancipatiebuurt door het leven gaat en waar elf straten zijn vernoemd naar voorvechters van de vrouwen- en homo-emancipatie.

 

 Zelf woon ik aan de Niek Engelschmanlaan (u weet wel: COC-oprichter, acteur, verzetsman en ooit nog door Brinkman geridderd voor iets wat zestig jaar geleden illegaal was), met zicht op de Benno Stokvislaan en de Jaap van Leeuwenlaan (die moet u zelf maar opzoeken). Iets verderop zijn Marga Klompé, Anna Blaman, Joke Smit, Antoinette van Pinxteren, Annie Romein-Verschoor, Harriët Freezer, Wilhelmina Drucker en Clara Wichmann vernoemd.

 

Hoewel de gemeente Nijmegen op papier een voorbeeldig homo-/lesbisch beleid voert, waren die acht vrouwen strategisch nodig om de homostraten erdoor te krijgen. Niet dat de drie burgers (onder wie ikzelf) die het plan bij de gemeente indienden, daar niet achter stonden, integendeel. Voor mij houdt emancipatie niet op bij mijn eigen situatie. Sterker nog: wie niet elke vorm van discriminatie aanvecht, begrijpt niet dat zijn eigen discriminatie nooit op zichzelf gezien kan worden. Maar zonder die acht vrouwen waren de homostraten er niet gekomen. Nu al stemde een VVD-raadslid tegen het plan voor de vrouwenstraten (die in tijd eerder aan de beurt waren in verband met de oplevering van de huizen), omdat het gekoppeld was aan de homostraten. En dat in zo'n chique, prestigieuze buurt, met zulke dure huizen! (Inderdaad, heel wat anders dan de achterafstraatjes en doodlopende tunneltjes waar sommige gemeenten hun homo's hebben weggestopt.)

 

Maar de straatnamen kwamen er, met bordjes erbij met toelichting en wel. Niet zonder slag of stoot, maar toch. Sommige oudere buurtbewoners spraken er weliswaar schande van dat er straten vernoemd werden naar "die wijven", en in mijn eigen huis liep een man gillend door een van de gangen met de woorden: "Nu wonen er al een stel van die flikkers hierboven en dan gaan ze onze straat er nog naar vernoemen ook!", maar toch... Het eerste bordje met de tekst Niek Engelschmanlaan werd natuurlijk snel beklad en wel op zo'n inventieve wijze dat er alleen nog maar Enge manlaan overbleef. Verzet en handtekening van de dader in éen actie. Maar daar bleef het bij.

 

En nu heb ik (alweer op initiatief van die zelfde drie burgers) een kunstwerk onder mijn raam. Ik kan het zien terwijl ik dit schrijf. Een emancipatiekunstwerk. En het is mooi, vol betekenissen, waardig en voornaam. U moet maar eens komen kijken. De kunstenaar, Jerome Symons, heeft zich laten inspireren door een dichtregel van Elly de Waard: "Mijn liefde neemt de vormen van het vliegen aan". En het kunstwerk laat zien dat emancipatie iets groots en opens is, dat het klinken mag, dat het de wereld voor je opent, dat het een spel met licht en donker wordt, met open en gesloten, met hemel en aarde. Het kunstwerk bestaat uit twee schuin tegenelkaar geplaatste voorwerpen die nog het meest weghebben van Tibetaanse klankschalen, waarvan er een met wolkvormige figuren is opengewerkt en de ander dicht is. Je kunt er ook twee Mexicaanse hoeden in zien en als het in Amsterdam stond, had de volksmond het zonder twijfel meteen bekroond met de bijnaam "de tietebollen", maar het zijn ook bekkens, gelijkgeslachtelijke bekkens, zei de kunstenaar, en je kunt er zelfs inzitten en openlijk en toch beschermd een potje vrijen, als je wilt. Echt adequaat beschrijven kan ik het niet, zo goed is het. Kom het dus maar eens bekijken en kom het maar eens proberen.

 

Op vrijdag 12 mei werd het kunstwerk onthuld door de Nijmeegse wethouder Marja Alofs, de vleesgeworden emancipatie, al is ze zelf wat kleiner uitgevallen dan haar idealen. En zie wat kunst vermag. De buurt, inclusief die ouwe mopperpotten bij mij in huis, schaarde zich eensgezind rondom het werk. Een buurman die aanvankelijk de gemeente nog bestookt had met boze brieven over het plan voor zo'n monument, hield nu zelfs eens welwillende toespraak. Hij had voor zijn ommezwaai wel de tournure nodig dat de kunstenaar met dit werk wilde aantonen dat je verder moest kijken dan die homo's en lesbiennes (al had hij een nichtje dat ook zo was) en dat homo's niet alleen met zichzelf bezig moesten zijn, maar toch. Een andere buurtbewoner verklaarde voor de NPS-microfoon van "Het roze rijk" dat hij niks tegen homo's had, dat het zelfs gewone mensen waren en dat er een paar van die jongens in het zelfde huis woonden als hij; niks op tegen, maar ze moesten niet "hun hand op zijn schouder leggen". Alsof we dat van plan waren.

 

En verder niets dan goeds. De gemeente schonk een borrel, ik maakte kennis met allerlei buurtgenoten die ik al jaren zag maar nooit sprak, en als je nu even rond het kunstwerk loopt, is de kans groot dat er iemand van zijn fiets springt of uit zijn huis komt om een praatje te maken. Kunst brengt de mensen tot elkaar. Soms ben je even bijna gelukkig.

 

nieuwste column overzicht