HERFSTDEPRESSIE  (oktober 1994)

over homo's en verdeeldheid

Homoseksuelen zijn een bij uitstek verongelijkt volkje. Ju ju wat een ontevreden types. Ze willen zijn wie ze niet zijn, willen hebben wat ze missen en gelijk krijgen van mensen die hun dat niet willen geven.

Zo willen Christen-homophylen per se erkend worden door een kerk die zich baseert op maatschappijbeelden van vóor de jaartelling. En grijzende vijftigers doen er alles voor om zich te omringen met platinablonde boys van amper twintig. De ene helft van de nichten streeft ernaar zo gewoon mogelijk te lijken en moppert daarbij onophoudelijk op die types die erom vragen om gediscrimineerd te worden, en de andere helft heeft het smalend over die crypto's die nooit uit de kast zullen komen. En beide groepen spreken over integratie als iets dat zij al bereikt hebben, maar wat de andere groep de ene probeert af te pakken.

Daardoorheen loopt dan nog de scheiding tussen de GAY-Krantadepten die het COC als een permanente bedreiging zien van het beeld dat de samenleving van homo's zou moeten hebben en de COC-aanhangers die de GAY Krant beschouwen als het toppunt van truttigheid en oppervlakkigheid. En mopperen dat ze allemaal doen, en roddelen - de kitten staan er bol van, en anders de sociëteiten wel, de praatgroepen, de salons, de kringen, de columns en de actiecomités.

 

In wezen is het hele homowereldje net zo'n burgerlijk verongelijkt zootje als de ontevreden massa's die in de jaren dertig het fascisme aan de macht hielpen. Iedereen voelt zich tekortgedaan, miskend, misbruikt, onbegrepen en gefnuikt. En per definitie loert overal het gevaar.

Elke verzameling homoseksuelen kan een potentiële vijand zijn voor een andere club, zeker nu de subsidies niet meer zo vanzelfsprekend stromen als tevoren. En elke filosofie lijkt erop uit te zijn andere visies te verdoemen en de eigen inzichten als alleenzaligmakend te verkondigen. En daarom rollen we dus maar vechtend over straat. Vóor de Gay Games, tegen de Homo-Expo, tegen het COC, vóor de Kringen,vóor OSM, tegen VSSM, vóor homostudies maar tegen Gert Hekma, of andersom en vice versa of allebei en kiest u maar uit. Henk Krol en Cees van Wijk hakken elkaar openlijk via de media in mootjes, Bernadette de Wit bestrijdt op oneven dagen haar exen en op even dagen de mensen die ze nog niet gehad heeft, en Paul de Leeuw zeikt iedereen af die niets bijdraagt aan zijn bankrekening of zijn kritiekloze bewieroking (en bij wind tegen ook degenen die dat wel doen), en u en ik zijn al niet veel beter.

Alleen tussen mannen en vrouwen lijkt de strijd enigszins geluwd, maar dat is uitsluitend omdat er binnen de seksen onderling al zoveel te verhapstukken is.

 

De vergelijking met het fascistoïde burgerdom is niet helemaal uit de lucht gegrepen. Het vijanddenken, de verongelijktheid en de behoefte aan een eenduidig wereldbeeld, aan dogma's, aan leiders, aan etiketten, volksliederen en vlaggen tieren welig. En kijk eens naar de uniformen die in ieder clubje worden aangetrokken. Vaak kun je aan de kleren al zien in welke kroeg de drager komt. Nichten willen lid zijn van een familie, ergens bijhoren omdat ze zich ergens anders uitgegooid voelen (of omdat ze zo graag ergens uitgegooid hadden willen worden); de GAY Krant heeft dat beter begrepen dan het COC en beiden plukken daar de vruchten van.

 

Inmiddels leiden al deze burgerlijk benepen broedertwisten in hoge mate af van waar het werkelijk om gaat. Dat de homo-emancipatie wegkwijnt wanneer ze niet wordt onderhouden, dat verdeeldheid de vijand in de kaart speelt en dat nieuwe generaties homoseksuelen in plaats van een opgemaakt bed een bevuild nest aantreffen, vergeten we voor het gemak maar even. En ook dat we in een maatschappij leven waarin de intolerantie jegens allochtonen en werklozen (om maar eens twee groepen te noemen) in hoog tempo afneemt.

Dat homoseksuelen alleen al om niet de derde in dit rijtje te worden nu al tegen die intolerantie tekeer moeten gaan, is binnen homokringen een impopulaire opvatting. De zonnebank, de sportschool, de disco, de kroeg en de haat jegens afwijkende homobroeders gaan voor.

 

Als ergens op een school twee Islamitische meisjes de toegang ontzegd wordt omdat ze hoofddoekjes dragen, dienen de volgende dag ALLE leerlingen met hoofddoekjes op naar school te komen. Moet je eens zien hoe snel de schoolleiding ophoudt met zeuren. Maar in homo-Nederland worden elke dag meisjes om haar hoofddoekjes verwijderd. En niemand die iets doet. Laat staan dat we iets SAMEN doen. Het wordt tijd dat er eens een sterke man opstaat, een echte Leider, die een eenheid van ons maakt. Eendracht maakt vrij! Volleg mij!

 

nieuwste column overzicht