MET DE CANON OP EEN MUG SCHIETEN

 

Wat een voortreffelijk idee van pastoor Mennen om eens stevig met de stofkam door het kerkelijk liedboek te gaan. Eindelijk iemand die doorziet dat het dichterlijke oeuvre van Huub Oosterhuis niets met religie en nog minder met poëzie te maken heeft.

Oosterhuis dicht als een variété-artiest, hij jongleert met een beperkt aantal woorden en als de act mislukt, laat hij ze liggen zoals ze zijn neergevallen. En dan komt Antoine Oomen en die maakt er muziek bij.

Oosterhuis is een kok met een tekort aan ingrediënten. Niets op tegen, een goede kok verricht alsnog wonderen met wat hij in huis heeft, maar onze Huub schudt alles net zo lang doorelkaar tot er één smaak overblijft.

En daarom lijkt elk lied op alle andere liederen. Veel dorst en water, veel wind en licht, veel steppe, rots en alom woestijn, veel mensen en vuur en zout en zoet en zuur. En uiteindelijk wordt het één grote stoofpot van huizen van vlees en bomen van steen en mensen van kaas en brood.

"Om alles en om niets te zijn/gaat iemand tot een ander. Naar verte die niemand weet", ja ja, daar heeft u niet van terug. Maar het omgekeerde is net zo waar, en dus is alles waar en dus heeft niets nog enige betekenis.

Of deze: "Om oud en wijd als licht te zijn/om lippen water dorst te zijn", jawel, "oud licht", Harry Mulisch is er niks bij. En "lippen water dorst", het woord zegt het al, moet Huub gedacht hebben, niks meer aan doen.

De taal van Oosterhuis is dor, grijs als het namiddaglicht in een uitgestorven pastorie. De taal van Oosterhuis is de woestijn waar onze Huub maar geen genoeg van krijgt en die koste wat kost zal gaan bloeien. Maar liever veertig jaar oudtestamentisch dolen dan dit voor poëzie verslijten.

En dan die bloedeloze muziek van Antoine Oomen, met die fijnzinnige verwijzingen naar de volksmuziek. 't Is allemaal bij uitstek geschikt om de laatste gelovigen te laten volharden in hun zondagochtendsluimer.

Neen, deze heren hebben het culturele calvinisme de RK Kerk binnengesmokkeld, met al zijn afkeer van smaak, gevoel, verstand; met al zijn gebrek aan speelsheid; met zijn dorre, slepende melodiek en zijn loze woordgoochelarij. Neen, die horen niet in de canon.

Gelukkig gooit pastoor Mennen ook Ida Gerhardt eruit. Wat doet zij in de RK liturgie, deze vrouwe uit de traditie van ketters en scheurmakers, en nog lesbisch ook?! Ja, zij heeft de psalmen aardig vertaald in een soort neo-gothisch archaïserend Nederlands, samen met haar vriendin mevrouw van der Zeyde. En ze kwamen weleens in een klooster, Ida en Marie, maar anti-papisten bleven ze, echte calvinisten, net als Huub en Antoine. Wat een span.

Terecht dat dus pastoor Mennen en bisschop Woorts ook deze afvallige weren.

Mennen en Woorts, als je zo heet ben je wat verplicht aan je gelovigen. En ze stellen ons niet teleur, de kersverse bisschop en censor, en de moedige pastoor uit Oss. Ze bewijzen het toch maar weer: ook uit een sleetse broek waait nog weleens een frisse wind.

 

Cees van der Pluijm

 

Zie voor het artikel met bijpassende foto:
http://www.hetvrijevers.nl/Cees%20van%20der%20Pluijm%20over%20Huub%20Oosterhuis.pdf